Gids: Kinderzitjes in de auto

De meeste ouders nemen de veiligheid van hun kinderen tijdens het autorijden serieus en zetten ze vast in stoelen die geschikt zijn voor hun leeftijd. Toch blijven er vragen.

wat maakt een goede kinderzitje uit? En hoe en waar kunnen de kinderzitjes het beste worden geïnstalleerd? Met deze en andere vragen worden ouders die hun kroost in de auto willen vervoeren steeds weer geconfronteerd. 

Zijn kinderzitjes verplicht?


Al bijna 30 jaar moeten kinderen zelfs tijdens korte ritten in een geschikt kinderzitje in de auto worden vastgezet. Dat schrijft paragraaf 21 lid 1a van de verkeersregels voor. De chauffeur is verantwoordelijk voor de juiste beveiliging. Daarna zijn kinderzitjes verplicht voor kinderen tot een lengte van 1,50 meter of tot 12 jaar. Dit betekent dat kinderen vanaf hun 12e of als ze de voorgeschreven minimummaat overschrijden, zonder kinderzitje in het voertuig kunnen rijden - uiteraard met de juiste veiligheidsgordel. 

Is er een standaard voor kinderzitjes?


Er zijn momenteel drie normen toegestaan: de nieuwste kinderzitjes zijn goedgekeurd volgens de Europese norm i-Size (ECE 129); hier is de grootte van het kind relevant. Bij de twee oudere normen ECE 44/03 en 44/04 daarentegen is het gewicht van de kinderen doorslaggevend. Het bijbehorende keurmerk bevindt zich op het kinderzitje. Aangezien de fabrikanten het maatbereik voor de standaard i-Size-stoelen zelf bepalen, kunnen maatspecificaties variëren. Daarom is een beetje onderzoek nodig om erachter te komen wat de afmetingen zijn. Testen door autoclubs of consumentenbladen of zelftesten met de nakomelingen bieden hulp. Overigens: in de i-Size kinderzitjes mogen kinderen tot 15 maanden niet in de rijrichting worden vervoerd.

De normen ECE 44/03 en 44/04 catalogiseren de stoelen in vijf verschillende gewichtsklassen voor kinderen. De klassen 0 en 0+ zijn goedgekeurd voor kinderen tot 13 kilogram of tot 1,5 jaar. Deze stoelen moeten naar achteren gericht worden geïnstalleerd. Vanaf klasse I (9 tot 18 kilogram of 1,5 tot 4 jaar) mogen de stoelen naar voren worden bevestigd. Klasse II en III beginnen op 7-jarige leeftijd en variëren van 15 tot 36 kilogram. Hier zijn zitverhogers met en zonder rugleuning voorzien. 

Waar moet je op letten bij het kopen van een kinderzitje?


Testrapporten van autobladen, autoclubs of Stiftung Warentest bieden een goede oriëntatie. Als u wilt besparen, vindt u vaak een goede oplossing in afgeprijsde uitlopende modellen van merkfabrikanten. Een gebruikt exemplaar is ook een optie, mits onbeschadigd en geldig gekeurd. Bovendien mogen gordels niet gescheurd of gerafeld zijn, moeten de gordelgespen vastklikken en moet de gebruiksaanwijzing beschikbaar zijn. Of het nu nieuw of gebruikt is: niets werkt zonder het uit te proberen. Het zitje moet passen bij het kroost en de auto. Bij het vinden van de juiste stoel moeten daarom kind en voertuig worden meegenomen. 

Hoe en waar wordt de stoel gemonteerd? 


Absoluut volgens de instructies van de fabrikant! Ook de medewerkers van de winkel met kinderaccessoires kunnen je de juiste trucs laten zien. De eenvoudigste manier om het te installeren is met behulp van de Isofix-montagebeugels. Dit is een eenvoudig sluitsysteem waarbij het zitje in twee metalen lussen aan het autostoeltje klikt. Dit gaat snel en eenvoudig, bedieningsfouten zijn bijna uitgesloten. Bij het vastmaken met een riem daarentegen zijn er foutbronnen, bijvoorbeeld omdat de riem gedraaid zit of je hem niet strak genoeg trekt. 

Op de bijrijdersstoel kan in principe een stoel worden geplaatst. De passagiersairbag moet dan wel gedeactiveerd worden. Uiterlijk als de kinderen het babyzitje ontgroeid zijn, vinden de meesten hun plekje op de achterbank. 

Het wordt ingewikkeld als er drie kinderzitjes op de achterbank moeten worden geplaatst. Zeer weinig auto's bieden voldoende ruimte om een ​​derde zitplaats te installeren. De middelste zitplaats achterin is hiervoor vaak te smal en ook hier zijn Isofix-ogen zelden te vinden. Er zijn uitzonderingen: sommige grote SUV's, maar ook gezinsbusjes of stationwagons met een hoog dak met drie afzonderlijke stoelen of minstens drie stoelen van dezelfde grootte zijn geschikt om drie kinderen mee te nemen. MPV's met zes tot negen zitplaatsen kunnen worden beschouwd als een alternatief voor een auto met vijf zitplaatsen. 

Waar moet je op letten bij het vastgespen van het kind?


De vijfpuntsgordel van het kinderzitje moet goed lopen, mag niet gedraaid zitten en moet ook goed passen. De vuistregel is: er passen maximaal twee vingers tussen de riem en het lichaam. Dikke kleding zoals winterjassen trek je best uit. Het vermindert de beschermende werking van het gordelsysteem. Als het kind op een stoelverhoger zit en is vastgezet met de normale autogordel, wordt deze strak aangetrokken. Het mag in geen geval onder uw arm worden weggestopt; bij het heupgedeelte van de gordel moet u ervoor zorgen dat deze door de "hoekjes" van het kinderzitje loopt. 

kinderzitje
De vijfpuntsgordel van het kinderzitje moet goed lopen, mag niet gedraaid zitten en moet ook goed passen

En als het kind zeurt of snel moet lopen?


Ouders moeten hier altijd consequent zijn. Het correct vastzetten van de nakomelingen heeft altijd prioriteit. Er zijn ook sancties. Als een kind niet goed is vastgemaakt, bijvoorbeeld alleen vastgegespt, maar zonder het vereiste zitje, wordt er een boete van 30 euro in rekening gebracht. Als het kind zonder enige beveiliging reist, loopt de boete op tot 60 euro en is er een punt in Flensburg.

Totaal
0
Aandelen
Laat een bericht achter

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met * markiert

gerelateerde berichten