Toyota Corolla Sport Touring

Hybride auto's zijn irritante dreunende klimplanten? Dat is al lang niet meer het geval. Toyota's Corolla kon de laatste sceptici in de topmotor overtuigen.

Met de Bloemkroon Toyota grijpt terug op oude successen na het einde van het Auris-intermezzo. Het uiterlijk is veel dynamischer dan voorheen, de hybride aandrijving is niet alleen zuinig, maar ten slotte ook soeverein en zelfs een beetje rijplezier is nu mogelijk in het traditioneel meer rationele model. In de stationwagen "Touring Sports" is meer dan behoorlijk wat ruimte. Er moet echter nog één beruchte kwetsbaarheid worden verholpen.

Sterke prestaties

De meest overtuigende reden om een ​​Toyota sedan te kopen blijft de hybride aandrijving, nu de enige aandrijfoptie in het compacte model. In de huidige generatie heeft de dubbele motortechnologie geleerd om de ontwerpgerelateerde zwakheden effectief te verbergen. En om hun sterke punten nog meer te benadrukken. Het belangrijkste: het lage verbruik. Als je rustig en niet te snel rijdt, kom je met zo'n vijf liter brandstof gemakkelijk door het autoleven. In de stad drukken de regeneratie van remenergie en de elektromotor het cijfer terug tot ongeveer 4,5 liter. En ook op de snelweg moet je boven de aanbevolen snelheid blijven om aan zeven liter te komen.

In tegenstelling tot de vorige generaties sluit de dubbele aandrijving een snelle rijstijl niet meer volledig uit. Het gevreesde rubberen bandeffect is veel minder uitgesproken dan vroeger, en het motorvermogen in het krachtigere 2,0 liter-model biedt ook voldoende reserves om de Corolla buiten het snel groeiende acceleratiebereik te houden. Alleen tijdens de meer toegewijde tussensprint is het typische, gespannen soundscape van de continu variabele transmissie na een seconde herdenking nog steeds te horen. Meestal werken de elektromotor en viercilinder echter hand in hand, die laatste laat zichzelf verrassend vaak een pauze toe, bijvoorbeeld bij het rollen met constante snelheid. De elektrische aandrijving is ook prettig bij het wegrijden, waar het zorgt voor een snelle start.

Behendiger en compacter

Een extreem dynamische aandrijving zal de hybride echter nooit worden, althans volgens het recept van Toyota. Toyota heeft het onderstel echter aangescherpt en miste een strak vleugje sportiviteit. In vergelijking met zijn voorgangers lijkt de compact nu merkbaar wendbaarder. Toyota overdrijft het niet, dus het komt erop neer dat de Corolla een uitgebalanceerde auto is voor stad, landweg en snelweg.

Ook qua interieur vindt Toyota een goed compromis voor de compacte stationwagen. Voor iedereen op de eerste rij en in de bagageruimte is het ruim. Dat het achterin voor lange mensen krap wordt, komt door de in totaal beheersbare lengte van 4,65 meter. Hetzelfde geldt voor de wat smalle deuruitsparing, die het in- en uitstappen bemoeilijkt en het installeren van een babyzitje onhandig maakt. Materiaalkeuze en afwerking in het interieur zijn oké zonder speciale eisen te stellen aan de compacte klasse.

De echte minpunten worden echter opgevangen door het infotainmentsysteem, dat traag en onhandig in gebruik is en er ook qua graphics wat stoffig uitziet. Iedereen die in dit opzicht state-of-the-art technologie waardeert, moet wachten tot de jaarwisseling, wanneer waarschijnlijk een meer eigentijds systeem in de Corolla-cockpit zal intrekken als onderdeel van de facelift. De ervaring leert dat de prijzen dan ook stijgen.

Minder van alles

Het huidige model begint met de krachtigere hybride aandrijving van net geen 33.000 euro. De uitrusting omvat dan zeker airconditioning, cruise control en 16 inch lichtmetalen velgen. De zwakkere variant met 99 kW/122 pk is verkrijgbaar voor zo'n 4.000 euro minder, maar dan met een kleiner aanbod aan extra's.

Iedereen die er eerder voor terugdeinsde om een ​​hybride model te kopen, zou kunnen worden genezen door de Toyota Corolla. De zwakke punten van de technologie zijn verzwakt, de sterke punten zijn sterker geworden. Zeker bij een hoog aandeel stadsverkeer moet de aankoop ook financieel de moeite waard zijn in vergelijking met een benzinemotor.

Technische gegevens


Vijfdeurs, vijfzits compacte stationwagen, lengte: 4,65 meter, breedte: 1,79 meter (zonder spiegels), hoogte: 1,44 meter, wielbasis: 2,70 meter, kofferbakinhoud: 598-1.606 liter, geremd trekvermogen: 750 kg.

2,0-liter viercilinder benzinemotor: 112 kW/153 pk, maximumkoppel: 190 Nm bij 4.400-5.200 tpm, elektromotor: 80 kW/109 pk, koppel: 202 Nm, systeemvermogen: 132 kW/180 pk, continu variabele transmissie, 0-100 km/u: 8,1 s, Vmax: 180 km/u, WLTP-verbruik: 4,6 l/100 km, CO2-emissie: 106 g/km, testverbruik: 5,1 l/100 km, prijs: vanaf 33.000 euro.

in het kort


Waarom: laag verbruik, harmonieus rijgedrag
Waarom niet: ouderwets infotainment, relatief smalle achterzijde
Wat anders: VW Golf Variant, Opel Astra Sports Tourer, Ford Focus Tournament

Totaal
0
Aandelen
Laat een bericht achter

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met * markiert

gerelateerde berichten